De wet DBA en schijnzelfstandigheid: Hoe zit het en wat betekent het voor zorgprofessionals?

schijnzelfstandigheid

Als zzp’er in de zorg kun je niet om de wetgeving rondom schijnzelfstandigheid heen. Met de strengere handhaving van de wet vanaf 2025 is het van groot belang om goed geïnformeerd te zijn over wat dit voor jou betekent. In deze blog duiken we diep in op de wet, de gevolgen voor zzp’ers en zorginstellingen, en hoe jij je kunt beschermen tegen mogelijke boetes of naheffingen.

Wat is schijnzelfstandigheid en waarom is het belangrijk als zzp’er in de zorg?

Schijnzelfstandigheid bij zzp'ers (zelfstandigen zonder personeel) betekent dat iemand officieel als zelfstandige werkt, maar in de praktijk meer lijkt op een werknemer. Dit kan onder andere het geval zijn als je voor lange tijd met één opdrachtgever werkt, dezelfde werkstructuur volgt als vaste medewerkers, of je gebruik maakt van middelen die de opdrachtgever biedt, zoals kantoorruimte of apparatuur.

Stel je voor: je werkt al jaren voor dezelfde zorginstelling en hebt een goede band opgebouwd met je collega's. Je gebruikt hun apparatuur en werkt regelmatig op kantoor, net als de vaste medewerkers. Dit kan voor de Belastingdienst een signaal zijn dat je als schijnzelfstandige wordt gezien, met mogelijke financiële gevolgen, zoals het terugbetalen van belasting en premies.

Wat is het doel van de wet?

Schijnzelfstandigheid kan volgens de overheid leiden tot oneerlijke concurrentie en een gebrek aan sociale zekerheid voor zelfstandigen. Wanneer een zzp’er feitelijk als werknemer werkt, mist deze toegang tot rechten zoals ziekteverlof, vakantiedagen en pensioenopbouw. Dit schept een ongelijk speelveld tussen bedrijven die wel personeel in loondienst hebben en bedrijven die schijnzelfstandigen inzetten, die vaak voor lagere tarieven werken.

Vanaf 1 januari 2025 begint de Belastingdienst met het strenger handhaven van de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Deze wetgeving is al in 2016 ingevoerd, maar meermaals uitgesteld door kritiek rondom het terughoudender worden van opdrachtgevers om zelfstandigen in te huren.

Vanaf 1 januari 2025 wordt deze wet weer gehandhaafd, maar zonder dit met terugwerkende kracht toe te passen. Omdat de Belastingdienst niet genoeg capaciteit heeft om iedere zzp'er afzonderlijk te controleren, wordt verwacht dat de focus zal liggen op grotere bedrijven die veel met zzp'ers werken.

Wat betekent de wet DBA voor jou?

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst strengere controle uitvoeren op schijnzelfstandigheid, en er zullen geen waarschuwingen meer zijn voor overtredingen.

Wie bepaalt of je als schijnzelfstandige werkt?

De Belastingdienst en uiteindelijk de rechter kunnen bepalen of je als schijnzelfstandige werkt. Een inspecteur van de Belastingdienst mag namelijk onderzoeken hoe jij en je opdrachtgever samenwerken. Als blijkt dat je eigenlijk werkt zoals een werknemer dat zou doen, kan de Belastingdienst je als schijnzelfstandige aanmerken. Je opdrachtgever kan hier bezwaar tegen maken en de zaak voor de rechter brengen, die uiteindelijk over het oordeel beslist.

Wanneer is er sprake van schijnzelfstandigheid?

Bij de beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, hanteert de Belastingdienst verschillende criteria. Op basis van het zogeheten afwegingskader kijkt de Belastingdienst naar het totale plaatje, zoals:

  • Gezagsverhouding: Als je opdrachtgever de inhoud van je werk en de werkwijze bepaalt, wijst dit op een gezagsverhouding. Dit geldt ook als de werkgever de mogelijkheid heeft om deze aanwijzingen en instructies te bepalen. Denk hierbij aan de mogelijkheid om een opdracht af te slaan.
  • Duur van de samenwerking: Heb jij een lange en continue werkrelatie met één opdrachtgever, dan wijst dit vaak meer op een dienstverband dan op een zelfstandige opdracht.
  • Gebruik van eigen middelen: Maak jij gebruik van de spullen van je opdrachtgever? Een laptop, software of misschien zit je geregeld op het kantoor van je opdrachtgever, dan kan dit wijzen op een arbeidsovereenkomst in plaats van een opdracht.
  • Beloning en risico: Lijkt jouw beloning op een vast salaris en loop je weinig commercieel risico, dan kan dat duiden dat je een werknemer bent. Als zzp’er bepaal je namelijk vaak een eigen tarief, stel je eigen facturen op en draag je commercieel risico.

Bij het bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst kijkt de Belastingdienst naar het totaalbeeld. Alle feiten en omstandigheden tellen mee en moeten in samenhang worden beoordeeld.

Voldoe je niet aan de criteria, dan kunnen de gevolgen groot zijn. Denk aan het terugbetalen van belastingvoordelen voor ondernemers, zoals zelfstandigenaftrek of startersaftrek.

Wat betekent dit voor zorginstellingen?

Ziekenhuizen, zorginstellingen, ggz-instellingen of andere opdrachtgevers die regelmatig zzp’ers inhuren, moeten zich bewust zijn van de risico's van schijnzelfstandigheid. Wanneer een zzp'er wordt aangemerkt als schijnzelfstandige, kan de instelling alsnog verplicht worden om sociale premies en loonbelasting te betalen. Bovendien kun je als opdrachtgever ook een boete krijgen. Deze financiële en administratieve risico’s kunnen ertoe leiden dat zorginstellingen terughoudender worden in het inhuren van zzp'ers.

Twijfel je of je als schijnzelfstandige werkt?

Bekijk dan goed hoe je werkrelatie eruitziet: Werk je voor meerdere opdrachtgevers, bepaal je zelf je werktijden en tarieven, en gebruik je eigen middelen, zoals software en apparatuur, dan ben je waarschijnlijk geen schijnzelfstandige. Gebruik tools zoals Oscar ECD om je administratie overzichtelijk te houden en je zelfstandigheid te onderstrepen.

Weet je het niet zeker? Dan kun je het altijd bij het UWV achterhalen. En bij twijfel is het altijd slim om juridisch advies in te winnen om problemen achteraf te voorkomen.

Oscar ECD

Door het gebruik van Oscar maak je niet alleen je administratie efficiënter, maar toon je ook aan dat je een professionele, onafhankelijke praktijk voert. Bovendien maak je je werkprocessen duidelijker en professioneler – voor zowel jezelf als je opdrachtgevers.